Samen vaatlijden voorkomen en behandelen

Vaatlijden in de benen

Vaatlijden in de benen

 

Bij de behandeling van vernauwingen in de benen of bekkenslagaders dient er steeds gekeken te worden naar de klachten van de patiënt. Bij vernauwingen waarbij helemaal geen hinder van ondervonden wordt, wordt een afwachtende houding aangenomen. Met andere woorden: geen operatie, maar wel een maximale controle van de risicofactoren. Nauwe opvolging is aangewezen. Indien toch een ingreep uitgevoerd dient te worden, zal meestal een endovasculaire operatie volgen. Indien dit om technische (geen geschikte locatie van het letsel, reeds teveel nieuwe vernauwingen na eerdere endovasculaire pogingen, te lange totale verstoppingen) redenen niet mogelijk is zal een open ingreep noodzakelijk zijn.

Open procedure

Op zich is een open operatie een zeer goede behandeling. Studies hebben aangetoond dat de lange-termijn resultaten met een open operatie beter zijn dan met een endovasculaire behandeling. Maar een endovasculaire behandeling is duidelijk minder ingrijpend voor de patiënt (prik in de lies) en geeft minder vaak aanleiding tot complicaties (zie verder).

Heelkundige behandeling

  • Femoralisendarterectomie (meer informatie)

  • Femoro-popliteale bypass (meer informatie)

  • Embolectomie/thrombectomie (meer informatie)

Postoperatief verloop:
Na de ingreep kan de patiënt vaak terug naar een gewone afdeling. Bedrust is aangewezen voor 24uur na een endarterectomie en embolectomie/thrombectdomie. Na een femoro-popliteale bypass is bedrust gedurende 48uur aangewezen. Deze bedrust is belangrijk om de naad op het bloedvat te laten helen en de kans op bloeding te verminderen.
Tijdens de ingreep wordt vaak een drain geplaatst die na 1 of 2 dagen verwijderd wordt.
Er worden vaak bloedverdunners gestart voor of na de ingreep. Meestal is dit acetylcysteine zuur (Asaflow en Cardioaspirine) met spuitjes in de buik tegen trombose/flebitis. Soms worden sterkere bloedverdunners gestart indien er slechte bloedvaten onder een overbrugging aanwezig zijn.
Wondzorg is ook zeer belangrijk na een open procedure, om het risico op wondinfectie te verkleinen.

Mogelijke complicaties:
- Nabloeding: meestal uit een takje van de huid, zelden op de naad van het bloedvat
- Wondinfectie: de lies is meestal een plooi waar de patiënt kan zweten, met als gevolg overgroei van bacteriën. Dit kan dan tot een wondinfectie leiden. Bij gebruik van prothesemateriaal kan dit zeer er vervelend zijn.
- Een verstopping van de overbrugging, dit kan zowel op korte - als op lange termijn.

Opvolging:
Bij een endarterectomie en embolectomie/thrombectomie is de opvolging minder strikt. Maar vaak is de behandelde zone niet de enigste locatie waar vaatlijden aanwezig is. Om deze reden is jaarlijkse opvolging vaak toch aangewezen.
Bij een overbrugging is de opvolging wel belangrijker. Dit gezien er op de verbinding tussen de overbrugging en het bloedvat een vernauwing kan ontstaan met een verstopping tot gevolg. Indien bij opvolging een vernauwing gezien wordt, kan deze vernauwing vaak met een endovasculaire oplossing behandeld worden.

Endovasculaire procedure

Een endovasculaire behandeling van vaatlijden is weinig invasief, er moet niet gesneden worden en het herstel is zeer snel. Zo wordt de patiënt de dag na de ingreep vaak al ontslaan en kan direct gestart worden met matige inspanning. Ook is het effect direct merkbaar en is er geen pijn in het been zoals bij een overbrugging.

Endovasculaire behandeling

  • Bekkenslagaders (iliacale vaten)

  • Femoro-popliteale slagader

  • Slagader in het onderbeen

Postoperatief verloop:
Na de ingreep kan de patiënt vaak terug naar een gewone afdeling. Na de ingreep wordt een drukverband in de lies aangelegd om een nabloeding tegen te gaan. Bedrust is aangewezen voor de avond en nacht. De dag na de ingreep wordt het drukverband verwijderd en de lies nagekeken. Het infuus wordt verwijderd en de patiënt mag beginnen stappen. Na het stappen kan de patiënt naar huis.
Er worden vaak bloedverdunners gestart voor of na de ingreep. Meestal is dit acetylcysteine zuur (Asaflow en Cardioaspirine) met spuitjes in de buik tegen trombose/flebitis. Indien een stent geplaatst wordt in de dijslagader wordt meestal ook Clopidogrel (Plavix) gestart.

Mogelijke complicaties:
- Nabloeding: bij een nabloeding ontstaat een blauwe plek in de lies. Op zich hoeft dit geen zorg te zijn, indien er een voelbare zwelling is, kan dit komen door een bloedklonter of een lek in de slagader.

Lange termijn verwachtingen:
Indien een kort stukje slagader vernauwd of verstopt is en er slechts een kort stukje slagader (5-10cm) dient behandeld te worden, zijn de lange termijn resultaten behoorlijk goed (na 5 jaar +- 60% van de behandelde letsels open). Indien de letsels langer zijn gaat dit percentage gevoelig naar beneden, zeker indien er nog zones zijn van volledige verstopping of zeer ernstige verkalking. Bij deze complexe letsels leren studies ons dat na 1 jaar 50% van de behandelde letsels terug dicht zitten. Dit is uiteraard zeer frustrerend voor de patiënt en artsen, maar hoeft op zich geen probleem te zijn. Vaak is een nieuwe endovasculaire behandeling mogelijk.
Indien deze endovasculaire behandeling niet meer mogelijk is, kan nog steeds teruggegrepen worden naar de klassieke open procedure.

Opvolging:
Voor een simpele endovasculaire behandeling is de opvolging beperkt. De patiënt wordt terug gezien na 1 maand, 6 maand en 1 jaar. Hierna kan bij simpele letsels de opvolging gestopt worden. Bij complexe letsels wordt de patiënt hierna jaarlijks opgevolgd.