Samen vaatlijden voorkomen en behandelen

Carotislijden

Carotislijden

 
carotis.jpg
 
 

Bij de behandeling vaat carotislijden wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen zogenoemde ‘symptomatische’ en ‘asymptomatische’ vernauwingen. Hiermee wordt bedoeld of de vernauwing klachten geeft of niet. Meer specifiek of er al ‘brokjes’ of ‘klontertjes’ van de vernauwing naar de hersenen afgeschoten zijn. Dit afschieten van ‘brokjes’ of ‘klontertjes’ naar de hersenen geeft dan aanleiding tot een herseninfarct met tijdelijke of definitieve neurologische klachten (verlamming, spraakstoornissen, …).

 

Indicaties voor behandeling

Asymptomatische vernauwingen

Onder asymptomatische vernauwingen worden vernauwingen verstaan die geen enkele klacht geven.
In internationale studies en richtlijnen heerst er wat discussie als er over de behandeling gesproken wordt. Zo wordt algemeen aanvaard dat er een ingreep uitgevoerd kan worden vanaf een vernauwing van 69% indien deze progressief is (toeneemt over de jaren) en indien de patiënt fit genoeg voor een ingreep is. Bij een vernauwing van minder dan 69% die geen klachten geeft, wordt algemeen aanvaardt om geen heelkundige behandeling door te voeren. Het is dan zeer belangrijk de cardiovasculaire risicofactoren maximaal te behandelen.

Symptomatische vernauwingen

Onder symptomatische vernauwingen worden vernauwingen verstaan die neurologische symptomen veroorzaakt hebben (verlamming, spraakstoornissen, tijdelijke blindheid, …). Als er neurologische symptomen worden vastgesteld, is het echter ook belangrijk om andere oorzaken uit te sluiten. Zo wordt er eveneens steeds gekeken naar het hart (om ritmestoornissen uit te sluiten die embolen naar de herenen afschieten).
Als er een vernauwing van meer dan 50% in de halsslagaders is, en er geen andere oorzaak voor embolie naar de hersenen is, dan is een heelkundige behandeling geïndiceerd. Deze behandeling is nodig om nieuwe embolisaties te voorkomen.


 
carotislijden

Carotisstenose met embolisatie naar de hersenen

 
 

Niet-heelkundige behandeling

De niet heelkundige behandeling bestaat er in de cardiovasculaire risicofactoren nauw onder controle te houden.

heelkundige behandeling

Carotisendarterectomie met verwijderen van de kalkplaque en inhechten van een ‘patch’

Carotisendarterectomie met verwijderen van de kalkplaque en inhechten van een ‘patch’

Kalkplaque uit een slagader

Kalkplaque uit een slagader

Bij zowel de behandeling van asymptomatische als symptomatische carotisletsels wordt een carotisendarterectomie verricht. Dit is een open operatie waarbij een insnede in de hals gemaakt wordt en de slagader vrijgelegd wordt. Eens het bloedvat vrij ligt wordt een sterke bloedverdunner toegediend waarna er klemmetjes op de carotis geplaatst worden. Na het plaatsen van deze klemmetjes wordt het bloedvat open gemaakt. Eens het bloedvat open gemaakt is wordt een tijdelijke overbrugging geplaatst (shunt) die er voor zorgt dat de hersenen voldoende bloed krijgen tijdens de procedure. Nu is er tijd om het bloedvat binnenin volledig proper te maken en te ontdoen van de vernauwing. Eens de binnenkant van het bloedvat gaaf is wordt een stukje kunststof ingenaaid om op deze manier het bloedvat breder te maken. Vervolgens wordt de shunt verwijderd. Tot slot wordt een drain geplaatst onderhuids en wordt de hals terug gesloten en afgewerkt met huidlijm. Deze ingreep is geen zware ingreep voor de patiënt, maar moet zeer zorgvuldig verricht worden om de risico’s zo klein mogelijk te houden.
Er zijn situaties waarbij in plaats van een open procedure een “stent” geplaatst wordt. Dit is echter niet de standaard behandeling en wordt niet als eerste keus geadviseerd door de Europese beroepsverenigingen. De reden hiervoor is het verhoogde risico op complicaties in vergelijking met een open procedure.

Postoperatief verloop

Na de ingreep is er een observatie op intensieve zorgen nodig om voornamelijk de bloeddruk onder controle te houden. Deze dient binnen bepaalde waarden te blijven. Ook wordt er na de ingreep een nieuw neurologisch onderzoek verricht om te zien dat er geen nieuwe neurologische symptomen zijn.
Na 1 dag wordt de drain in de hals verwijderd en wordt de patiënt gewoonlijk naar de gewone kamer gebracht. Dan is een verdere monitoring van de bloeddruk noodzakelijk gedurende 2 bijkomende dagen. Gedurende die periode gebeurd er eigenlijk weinig voor de patiënt en voelt deze zich prima. Ondanks dat de patiënt zich dan prima voelt en geen pijn of klachten heeft is deze observatie noodzakelijk om te vermijden dat er een doorschieten van de bloeddruk ontstaat met risico’s voor de hersenen tot gevolg.

Mogelijke complicaties

  • Er bestaat een theoretisch risico (in wetenschappelijke studies) van 2% dat er door de manipulatie van het bloedvat, tijdens de ingreep, een ‘brokje’ of ‘klontertje’ losschiet naar de hersenen. Hierdoor bestaat het risico op een herseninfarct (groot of klein) na de ingreep.

  • In de hals lopen verschillende zenuwen in de regio van de carotis (de N. Vagus, de N. Hypoglossus, …) hierdoor is er een risico van een letsel naar de tongzenuw met slikproblemen tot gevolg, of een risico van een letsel naar de spraakzenuwen met hese stem tot gevolg. Dit verbeterd vaak na verloop van tijd (enkele maanden).

  • Zoals bij iedere ingreep bestaat er een risico op wondinfectie en op nabloeding.

Opvolging

Er is absoluut opvolging nodig van carotislijden. Zo bestaat er steeds het risico op een nieuwe vernauwing aan de behandelde carotis, zeker indien de cardiovasculaire risicofactoren slecht geregeld zijn. Ook is carotislijden vaat niet een losstaande ziekte en kunnen er klachten van vernauwingen op andere plaatsen voorzien.
Klassiek wordt de patiënt na 2-3 weken ter opvolging gezien. Hierna afhankelijk van de moeilijkheid van de procedure 5 maanden of 11 maanden later. Indien alles prima is dan wordt de patiënt jaarlijks terug gezien met een controle echografie van de halsvaten.