Samen vaatlijden voorkomen en behandelen

Aorta lijden

Aorta lijden

 
aorta.jpg

Bij de behandeling van een aorta wordt een onderscheid gemaakt of er een vernauwing (stenose) is of een uitzetting (aneurysma) van de aorta is. Ook is een volledige oppuntstelling absoluut noodzakelijk. Het is niet ongewoon dat er nog een bijkomend probleem is op een andere plaats in de aorta of slecht geregelde cardiovasculaire risicofactoren aanwezig zijn. De behandeling van een vernauwing en een aneurysma zijn zeer sterk verschillend.

Vernauwing Aorta

Bij een vernauwing in de aorta ontstaat er een slechte doorbloeding van de benen of bekkenslagaders. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben.

Vernauwingen in de aorta met verkalking (bovenste pijl) en totale occlusie (onderste pijl)

Vernauwingen in de aorta met verkalking (bovenste pijl) en totale occlusie (onderste pijl)

Aneurysma aorta

Bij een aneurysma van de aorta is het van belang de uitgebreidheid goed te evalueren om op die manier een gepaste ingreep te plannen. Op deze website spreken we voornamelijk over een aneurysma in de buik (abdominaal aorta aneurysma). Hierbij is de relatie met de nierslagaders en bekkenslagaders is zeer belangrijk.

Abdominaal aorta aneurysma

Abdominaal aorta aneurysma

 

Indicaties voor heelkunde

Vernauwing aorta

De indicatie is voornamelijk afhankelijk van de ernst van de symptomen. Zo is een totale verstopping van de lichaamsslagader (of de bekkenslagaders) bij een patiënt die hier geen last van heeft, geen reden voor een operatie. Uiteraard wel voor een maximale controle van de cardiovasculaire risicofactoren. Bij een patiënt met duidelijke last van deze verstopping (vaak ernstige etalagebenen of claudicatio, maar ook wonden op de voeten of rustpijn), wordt een ingreep aangewezen. Deze ingreep kan uit een endovasculaire behandeling bestaan (met ballonnen en stents) of uit een klassieke overbrugging (broekprothese of aorto-bifemorale bypass).

Aneurysma aorta

Bij een aneurysma van de aorta stelt de globale regel dat er pas een ingreep uitgevoerd wordt vanaf de diameter van de aorta 5,5cm bedraagt. Deze breedte werd bepaald via meerdere grote studies, waaruit gebleken is dat het risico op barsten van de aorta (ruptuur) te groot wordt vanaf 5,5cm en dat er bijgevolg een groter risico is op ruptuur dan op complicaties van een operatie. Enkele uitzonderingen zijn aorta aneurysma’s die symptomen geven of waarbij er een locale uitstulping is.

NIET-HEELKUNDIGE BEHANDELING

De niet heelkundige behandeling bestaat er in de cardiovasculaire risicofactoren nauw onder controle te houden.

Heelkundige behandeling

De heelkundige behandeling van een vernauwing in de aorta en een aneurysma van de aorta zijn vaak totaal verschillend. Zo wordt bij aneurysmatisch lijden vaak overgaan tot een endovasculaire oplossing (via prik in de lies) met dan ballonnen en stents in de aorta. Bij een vernauwing of verstopping van de aorta zijn er vaak geen optimale endovasculaire oplossingen waardoor er vaak teruggegrepen wordt naar de klassieke open chirurgie met een overbrugging tot gevolg.

Postoperatief verloop

Open behandeling:
Bij een open procedure wordt meestal een aorto-bifemorale bypass aangelegd door middel van een broekprothese. Het grote nadeel van een open ingreep is dat er een incisie in de buik gemaakt dient te worden om aan de aorta te kunnen opereren. Hiervoor moeten ook de darmen omgeklapt worden met als gevolg dat deze na de ingreep nog niet direct optimaal werken. Hierdoor dient u nuchter te blijven tot dit wel het geval is. Gezien de maag sowieso maagvocht maakt kan dit niet weg als de darmen niet optimaal werken. Om deze reden wordt een maagsonde via de neus in de maag geplaatst en enkele dagen ter plekke gelaten.
Een bijkomend nadeel van een open ingreep is de pijn. Deze pijn kan vaak goed onder controle gebracht worden met pijnstillers via het infuus en een epidurale pijnpomp (ruggenprik katheter). Deze pijnpomp heeft als nadeel dat de blaas niet optimaal werkt, waardoor een blaassonde via de plasbuis noodzakelijk is. Deze blaassonde wordt verwijderd van zodra de pijnpomp verwijderd kan worden.

Door de open procedure worden er bijgevolg veel katheters en sondes geplaatst, waardoor het niet evident is rond te stappen. Bovendien wordt bij deze toch redelijk zware operatie de patiënt gedurende minstens 1 nacht op intensieve zorgen bewaakt.
Eens de patiënt terug kan eten, de pijn onder controle is en voldoende kan rond stappen wordt gesproken over ontslag. Klassiek is dit na 7-10 dagen.

Endovasculaire behandeling


Opvolging

Het is absoluut noodzakelijk een behandelde aorta goed op te volgen. Er kan steeds een verderzetting van de ziekte zijn met nieuwe aneurysmata of vernauwingen. Zo kan de overbrugging slijtage vertonen na vele jaren, of kan er bij een endoprothese een lek ontstaan met de gevolgen hiervan.
Er wordt een eerste controle verricht binnen de maand na de ingreep. Hierna is de opvolging vaak jaarlijk met echo of CT-angiografie.